Eeneiige tweeling deelt carrière en ervaringen - Sportprijs Utrecht

Eeneiige tweeling deelt carrière en ervaringen

In de aanloop naar de Sportprijs 2016  stelt de Utrechtse Sportkrant een aantal talenten aan je voor. Wie er daadwerkelijk worden genomineerd, wordt pas later bekend. Vorige week vertelde Yentel Rison over haar droom. Deze week stellen we de 15-jarige tweelingbroers Marcel en Tyrone Sterkenburg uit Hilversum, worstelaars bij De Halter in Utrecht, aan je voor.

De eeneiige tweeling Marcel en Tyrone Sterkenburg, Grieks-Romeins worstelaars, zijn 15 jaar en lid van De Halter. Een gesprek over hun sport en ambities in het bedrijf van hun moeder, Samran in Hilversum.

Ze hebben tot nu toe dezelfde sportcarrière achter de rug en delen dezelfde ervaringen, clubs en trainers. Ze hebben er daarom geen bezwaar tegen dat hun gemeenschappelijke verhaal wordt weergegeven zonder dat er steeds onderscheid gemaakt wordt wie wat heeft gezegd. Op 18 december van dit jaar komen ze allebei uit op het NK.

‘We zitten vanaf ons negende jaar in het worstelen. Daarvoor hebben we aan judo en boksen gedaan. We begonnen daarmee toen we vijf waren en boksen doen we nu nog steeds. Met worstelen heb je veel meer te doen dan met judo. Er zijn veel meer mogelijkheden en technieken, daarom zijn we allebei op worstelen uitgekomen. We trekken heel erg met elkaar op en zijn ook elkaars trainingsmaatjes. Dat gaat heel goed.’

‘Onze oudere broer worstelt ook en we hebben bovendien een neefje en nichtje die ook in de sport zitten. Onze vader is bokser geweest, op topniveau. Hij worstelt zelf nog steeds en begeleidt ons heel goed.  Een vriend van hem zei eens dat-ie ons steeds zag stoeien en vroeg mijn vader of worstelen misschien iets was voor z’n zoons. Zo is ’t gekomen. En onze moeder is sportmasseuse. Bij haar kunnen we altijd terecht met blessures.’

‘Worstelen is georganiseerd in gewichtsklassen. In wedstrijden komen wij als broertjes niet tegen elkaar uit. Dat willen we zelf niet en dat wil onze vader ook niet. We hebben het daarom zo geregeld dat de één wat meer eet en de ander wat minder, zodat we net aan verschillende kanten van de gewichtsklasse-grenzen uitkomen. Dan hoeven we niet tegen elkaar op de mat te verschijnen. We doen dat echt bewust zo…’

Valtechniek
‘Bij De Halter leren de kleintjes de basis en valtechniek. Vanaf twaalf jaar zijn er ook onderlinge wedstrijden. Als je echt talent hebt, kun je vanaf twaalf jaar al in de hogere klassen en in het buitenland uitkomen.’

‘Normaal trainen we zo’n zes dagen per week, meestal in de ochtend, anderhalf tot twee uur. In het weekend werken we aan onze conditie: tien kilometer hardlopen. ’s Ochtends voor het ontbijt en ’s avonds voor het naar bed gaan doen we dan nog zo’n vijftig tot honderd push-ups. De tussenuren op school gebruiken we voor wat training tussendoor: even wat hardlopen en krachtraining in het bos en zo. Voor wedstrijden nemen we wel even wat rust. We doen allebei havo op een LOOT-school, een school voor topsporttalenten. Ze houden daar veel meer rekening met de tijd en schema’s die je nodig hebt om je sportprestaties verder op te bouwen.’

‘Voor worstelen heb je kracht nodig in je hele lijf. We komen uit in het Grieks-Romeins worstelen. Je hebt ook het vrije-stijl worstelen, maar Grieks-Romeins zit ons lekkerder. Je mag daar niet onder de gordel pakken en je mag ook niet haken. En alles gaat met respect voor de tegenstander. Het gaat er in deze sport vooral om je tegenstander op de rug te krijgen en daardoor punten te scoren. Niet om elkaar er gewelddadig onder te krijgen.’

‘We draaien niet mee in de Nederlandse competitie. Het niveau dat we nodig hebben om verder te komen is er in Nederland niet. En onze trainer vindt dat we ons niet onnodig aan blessurerisico’s moeten blootstellen. In de Duitse competitie, in Noordrijn-Westfalen, komen we wel uit. Op 18 december komen we uit op het NK worstelen. Dat heet het ‘Sinterklaastoernooi’ en is gewijd aan Bradley Stolk, genoemd naar een jongen die ook aan worstelen deed, maar inmiddels is overleden aan kanker.’

‘Iedere sport heeft z’n grote toppers. Voor ons is de Iraniër Hamed Sourian een groot voorbeeld. In Iran is worstelen een grote sport. Het niveau is daar heel hoog en Sourian is een prachtig voorbeeld: mooie stijl en een goede vechter. En ook Jordan Burroughs uit de VS, die de sport daar groot heeft gemaakt.’

‘We hebben hier zelf een geweldige Poolse trainer, Mariusz Gisewisz, een groot worstelaar.  Hij is er elke dag voor ons is en staat altijd voor ons klaar; hij doet dat allemaal vrijwillig. Hij neemt ons ook mee naar trainingen en toernooien in het buitenland; het afgelopen weekeinde heeft-ie ons meegenomen naar Polen voor een trainingskamp en een toernooi.’

Studeren in VS
‘Worstelen is een belangrijke sport in Oost-Europa, in Azië, het Midden-Oosten en in de VS. Nederland doet eigenlijk niet mee in dat circuit, ook omdat er zo weinig clubs zijn waar je terecht kunt. Er wordt wel aan gewerkt om de sport in Nederland meer op de kaart te zetten. Terry Slinkers, verbonden aan De Halter Utrecht, maakt zich daar bijvoorbeeld sterk voor. Hij, en andere trainers van De Halter, doen erg veel om de sport te promoten, in de media en achter de schermen.’

‘Onze ambities liggen voorlopig bij het EK en het WK. Daar kunnen we een kwalificatie veiligstellen voor de Jeugd Olympische Spelen. En daarna naar Tokyo, de Olympische Spelen in 2020, dat zou wel top zijn. Als worstelaar ben je op je best zo ergens tussen je twintigste en vijfentwintigste. Dus ergens tussen de komende vijf en tien jaar moet het voor ons wel gaan gebeuren.’

‘Buiten de sport willen we graag een paar jaar gaan studeren in de VS, een jaar high school en daarna college of universiteit. En dan kijken of we in de MMA (Mixed Martial Arts) op een hoog niveau in de UFC (Ultimate Fighting Championship) een plaats kunnen vinden. Als je in het worstelen wereldkampioen wordt, dan heb je al een titel die je daarvoor kwalificeert. Daar gaat de komende jaren al onze tijd in. We gaan af en toe wel uit met vrienden, maar voor andere hobby’s hebben we op het ogenblik echt geen tijd meer over.’

Foto: Ankie Hoogewind (links: Marc, rechts: Tyrone)
Tekst: Sietse Felix