
Weet u nog niet op welke genomineerde sportvrouw u wilt stemmen? Lees dan de verhalen van de ieder voorzich unieke sportvrouw. Verslaggever Pim van Esschoten ging op pad en voelde ze stuk voor stuk aan de tand. Hieronder de verhalen van de genomineerden in de categorie Sportvrouw Utrecht 2015.
Inge Janssen – roeien
Inge Janssen leeft in een achtbaan
Met een krachtige eindsprint schoot de Hollandse dubbelvier in de finale van de WK, vorig jaar september, van de laatste naar derde plaats. Het brons betekende tevens olympische kwalificatie. “En er is ruimte voor verbetering,” zei Inge Janssen (26) na afloop. Waar die ruimte zit? “In het totale plaatje; fysiek, technisch en mentaal. Vooral technisch kunnen we nog stappen maken. Het is ook een van de lastigste roeinummers, het luistert heel nauw. Maar ook fysiek kunnen we beter worden, logisch.” Een rustige (nou ja…) opening en sterke eindsprint past wel bij het kwartet. Janssen: “We hebben vorig jaar vier, vijf internationale races zo geroeid, steeds met dit verloop. Toch zaten we op de EK in Poznan [zilver] dichter achter de Duitse boot. Op de WK lieten we in het eerste stuk meer liggen dan het plan was.” Die ervaringen neemt de ploeg mee in de lange voorbereiding op Rio. “We gaan verschillende scenario’s oefenen en gaan er bij een wedstrijd ook een keer vanaf de start invliegen, zoals de Duitse boot altijd doet.”
Een jaar lang in een tunnel, alles gericht op die ene dag in augustus 2016. Aan zoiets dacht Janssen niet toen ze acht jaar geleden vanuit Voorburg naar Utrecht kwam om te studeren en lid werd van Orca. “Voor de lol en gezelligheid. Topsport is me overkomen. Het is snel gegaan, alsof ik in een achtbaan zat. In roeien kan dat. Het is meetbaar, je weet al snel of je aanleg hebt.” De inzet voor Rio is een plak. “Het is topsport, je wil daar gewoon winnen. Maar je moet realistisch zijn; je hebt niet alles in eigen hand en de concurrentie zit ook niet stil. Realiteit is ook dat goud kán. Daarin moet je een balans vinden, dat moet je in je hoofd allemaal goed op orde hebben.”
Dat de bemanning van de dubbelvier zeker is van een plek geeft in ieder geval rust. Net als de wetenschap dat ze geen idee heeft wat ze ná Rio gaat doen. De sociaal geografe: “Ik zie wel waaraan ik dan behoefte heb. Een vrij gevoel. Dat geeft ook rust, hoor.”
Dafne Schippers – atletiek
Een wereldster uit Oog in Al
Onlangs nog vloog ze even naar Los Angeles, businessclass uiteraard, voor een fotoshoot bij sponsor Nike. Onderdeel van een reclamecampagne met ook Mo Farrah en Allyson Felix. Na acht uur voor de camera’s vloog ze terug. Het zegt alles over de wereldwijde status van Dafne Schippers sinds die verrukkelijke WK in Beijing, augustus 2015. Het meisje uit Oog in Al werd ’the sensational Defnie Sjippers’.
Een jaar geleden was er nog de twijfel tussen zevenkamp en sprint. Zélfs bij de eeuwige discussie in de atletiek wie zich de koningin mag noemen; de winnares van de meerkamp of 100 meter. Ze kwam er niet uit. Nu zegt ze, met schaterlach: “Ik denk dat ik toch kies voor de winnares van de sprint.” In maart 2015 won ze goud op de 60 meter bij de EK-indoor. Daarmee voltooide Schippers (23) een unieke trilogie nadat ze in Zürich 2014 al Europees kampioene was op de 100 en 200 meter. Maar wat was dat waard tussen het Caribisch en Amerikaans sprintgeweld op de WK? Het antwoord kwam met zilver (100) en goud (200 meter) met toptijden; 10,81 op de 100 (Nederlands record) en 21,63 op de 200 meter (Europees record).
Kreeg ze na Zürich al veel over zich heen, sinds Beijing is het een gekkenhuis. “Elke dag minstens vijf verzoeken voor interviews en weet ik wat,” zegt ze. Manager Ralph van Baasbank: “Van China tot Cuba en Amerika, van de BBC maar ook NBC, de Amerikaanse tv-zender die de olympische rechten heeft. Ze krijgt heel veel aanvragen om beelden te schieten tijdens een training. Dat kost energie en daar willen we voor waken. Meestal verkopen we “nee” hoe jammer Dafne dat ook vindt. Van nature werkt ze graag mee, maar we moeten keuzes maken.”
De manager was wel wat gewend met Ranomi Kromowidjojo, die twee keer goud won in Londen 2012. “Zij kreeg ook heel veel over zich heen, vergelijkbaar met Dafne nu.” Schippers gaat volgens Van Baasbank heel goed met haar nieuwe status om. “We gaan enkele momenten inplannen voor de media, komend voorjaar. En dan is iedereen gelijk, van de NBC tot de media die haar al van jongs af aan volgen en waarmee ze ook iets heeft.”
Druk van buitenaf deert Schippers niet. Sterker nog, ze geniet ervan. Het maakt haar alleen maar scherper, sneller. Over het doel voor Rio de Janeiro is ze bovendien uitgesproken; goud en niks minder. De zomer in Utrecht zal lang en onrustig zijn.
Leonie van der Molen, Marloes Nijhuis, Dagmar Genee, Amarens Genee, Vivian Sevenich – waterpolo
Allen voor één, alles op Rio
Natuurlijk voelde het als een kater, die verloren finale van de WK waterpolo in Kazan. “Ook al weet je dat Amerika sterker was, toen nog wel,” zegt Leonie van der Molen. Vivian Sevenich: “En we zaten er dicht bij, 5-4. Die gelijkmaker, dat hád gekund. Als je dan vijf minuten na afloop al met zilver op het podium luistert naar het Amerikaanse volkslied, sta je daar toch te balen.” “En dan vraag je je af,” zegt Amarens Genee, “wat je net beter had kunnen doen.” Haar zus Dagmar Genee: “Maar het houdt je ook hongerig.” Marloes Nijhuis: “Als je dan de volgende dag op Schiphol aankomt en alles is oranje, dan komt al snel de euforie over een mooi toernooi.” Amarens Genee: “We zijn sindsdien ook beter gaan spelen tegen fysiek sterke tegenstanders als Amerika, maar ook Australië en Canada.”
Vijf speelsters, één gevoel over die verloren finale. Het schetst de ploeg die geen uitgesproken sterren kent en elk duel weer andere uitblinkers heeft. Daarom ook besloot de jury van de Sportprijs Utrecht alle vijf, in Utrecht wonende internationals te nomineren voor de titel van Sportvrouw 2015.
Ze kwamen in de afgelopen jaren naar het NTC Waterpolo in Utrecht om hier training, wonen en studie te combineren. Met één doel: De Spelen van Rio de Janeiro. De dagelijkse trainingen in het zwembad op het terrein van de KNVB in Zeist zijn zwaar, eentonig soms. En op de vraag hoe ze er de lol in houden, komt wederom een eensluidend antwoord: “We hebben een leuk, hecht team.”
Tijd voor iets anders dan trainen, eten, slapen is er nauwelijks. “En niet elke training waarin je diep gaat is leuk. Maar lijden hoort er bij,” zegt Nijhuis. Sevenich: “Toch is het geen straf om het samen te doorstaan. Dat is al de helft. En je weet waarvoor je het doet.”
Amarens Genee is een van de weinigen die dit jaar nog vasthoudt aan haar studie bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam, al is het op een laag pitje. “Ik vind het fijn om er iets naast te doen. Af en toe even de focus loslaten, iets gezelligs doen met elkaar.” Dagmar Genee: “We halen ook veel plezier uit de dingen die lukken, waarop we zo hard hebben getraind.” Dat leven in een tunnel is het allemaal waard als uit Rio iets moois mee naar huis wordt genomen. Omdat in januari ook de finale van de EK verloren ging, loopt de route naar Rio via het Olympisch Kwalificatie Toernooi in Gouda, eind maart. Een plek bij de beste vier volstaat. Of er twijfel is over de uitkomst? Vijf meiden, één antwoord: “Nee.” Amarens Genee: “Voor mij mag het morgen beginnen, ik ben er klaar voor.”