Sportvrouwen laten van zich horen - Sportprijs Utrecht

Sportvrouwen laten van zich horen

Utrecht kent vele sportvrouwen die in de top van de wereld meedraaien om verschillende titels te veroveren. De genomineerden dames zijn het hele jaar door hard aan het trainen in binnen- en buitenland, om vervolgens tijdens de grote toernooien met de medailles naar huis te gaan. De winnaar van vorig jaar Dafne Schippers neemt het op tegen paraskiër Anna Jochemsen die zeges in Europese wedstrijden boekte en roeister Inge Janssen die zilver haalde met de dubbelvier op de Olympische Spelen. Er wordt uitgekeken naar wat de genomineerden dames  zelf te vertellen hebben over hun ervaringen van afgelopen jaar.

 

Anna Jochemsen moet risico’s nemen

Zeges in Europese wedstrijden boekte ze vaker, ook in 2016 weer t
oen paraskiër Anna Jochemsen (31) in Obersaxen (maart) en Landgraaf (november) de beste was. Maar bij de World Cups bleef ze steeds steken op zilver of brons. Tot afgelopen december toen ze in St. Moritz op de slalom haar eerste mondiale zege boekte. “Een mooie afsluiting van het jaar natuurlijk.”

Echt uitbundig was ze evengoed niet. “Ik kwam als tweede over de finish. Achteraf bleek dat Petra Smarzova een paaltje had gemist. Het liefst win je natuurlijk omdat je de snelste bent. Maar goed, ik heb er hard voor gewerkt. En al die tweede en derde plekken ben je op een gegeven moment ook zat.” Risico’s nemen horen er bij, zegt ze. “Anders kom je niet op het podium. En dan kan het ook fout gaan. Dat is mij vaak genoeg overkomen, op de Paralympische Spelen in Sochi bijvoorbeeld. Ik miste daardoor een medaille.”

In september rondde de Utrechtse studente aan de Wageningen University haar masters af (voeding en gezondheid) en stort zich sindsdien volledig op het paraskiën en de Spelen in Pyeonchang 2018. Skiën doet ze in alle (vijf) disciplines, maar de super combinatie en slalom liggen haar het best. “Ik weeg maar zo’n vijftig kilo, dan ben je op de afdaling in het nadeel. Hoe technischer het wordt, hoe beter voor mij.”

Jochemsen (haar rechter been is boven de knie geamputeerd) leerde het skiën van haar vader. Sinds tien jaar doet ze dat internationaal. “Voor een skiër is het natuurlijk heel belangrijk om veel in de sneeuw te staan. Als je studeert is dat lastig, je bent nu eenmaal minder flexibel. Maar nu kan ik meteen richting Oostenrijk als er sneeuw ligt.” Zo bezien kwam die Worldcup-zege niet eens uit de lucht vallen. “En het geeft natuurlijk ook vertrouwen voor Pyeonchang.”

Inge Janssen is er nog niet klaar mee

Commando’s met één lettergreep. “Meer krijg je er niet uit tijdens zo’n race,” zegt Inge Janssen (27). Goud, had Chantal Achterberg halverwege de Olympische finale dubbelvier geroepen. “En ik dácht het. We lagen er bijna naast en vaak versnellen we op het einde nog iets.”

Het pakte anders uit, het vlaggenschip van de Nederlandse vrouwen in Rio bleef steken op zilver. Janssen: “Die Duitsers waren tactisch sterk. Normaal gesproken gaan ze er vanaf de start volle bak in, nu niet. Ze hadden nog genoeg over.”

Die Duitsers… Het is de enige ploeg die de dubbelvier van Oranje nooit versloeg. Als Janssen terugdenkt aan die race gaan haar gedachten als een pingpongballetje heen en weer. “Het gekke is dat ik diezelfde meiden in de skiff en dubbeltwee al wel heb verslagen. Maar in de dubbelvier vormen ze zo’n sterk collectief.” En toch: “Die kans om ze te pakken krijg je nooit meer, we hádden ze kunnen verslaan.” En dan weer: “Maar niet in Rio, de omstandigheden waren er moeilijk.”

Een jaar geleden had Janssen – lid van A.U.S.R. Orca – nog geen idee of ze verder zou gaan met roeien. “Ik ben in het najaar een maand op vakantie geweest in Canada. Toen ik terug kwam wist ik dat ik er nog niet klaar mee was. Wel, dat ik even uit de ploeg wilde. Ik zou niet vier jaar zó kunnen doortrekken naar Tokyo 2020. Alles ligt dan vast, dat past niet bij mij.”

Ze zit nu weer in de skiff. “Ik kan nog beter en sterker worden. Ik wil de Henley roeien, de mooiste wedstrijd van het jaar. Boston wel, al vijf keer. En gewonnen. Dat vinkje staat al. En dat vinkje moet er ook achter Olympisch goud komen. Ik wil winnen, ik ben vaak genoeg tweede of derde geworden. Maar Tokyo… misschien dooft het vlammetje wel over twee jaar.”

Dafne Schippers staat niet stil

Ze pakte zilver op het WK-indoor in Portland op de 60 meter, niet eens haar specialiteit. Op diezelfde afstand evenaarde ze in Berlijn met 7.00 seconden het oude wereldrecord van Nelli Cooman. Ze sprintte naar fabuleuze tijden, prolongeerde met groot machtsvertoon haar Europese titel op de 100 meter in Amsterdam, won het klassement op de 200 meter in Diamond League. Maar ja…

Het ging in 2016 om de Olympische Spelen. Het ging om goud. Dat verwachtte iedereen en voor minder was Dafne Schippers (24) ook niet naar Rio de Janeiro afgereisd. Het werd een vijfde plek op de 100 meter, zilver op de 200. Elaine Thompson werd de sprintkoningin van Rio. De frustratie bij Schippers balde zich samen in dat ene moment waarop ze woedend haar racemuiltjes tegen de grond kwakte.

Vraag Schippers er maar niet naar, het boek over Rio is dichtgeslagen. “Ik ben nu gewoon hard aan het trainen voor mijn nieuwe doelen dit jaar en sta nooit te lang stil bij vorige wedstrijden.”

De indoorbanen laat ze deze winter links liggen, zoals veel wereldtoppers in een post-Olympisch jaar. Dat maakt ook dat ze even in de luwte blijft. “Dat voelt best lekker, dat is waar. Tussen mijn wereldtitel in Beijing 2015 en Rio is er veel op me afgekomen. Begin 2016 liep ik veel indoorwedstrijden en presteerde goed. Ook dat zorgde voor veel aandacht en verwachtingen. Logisch ook, in de aanloop naar de Olympische Spelen. Nu ik even geen wedstrijden doe, is er ook minder te melden, denk ik.”

Toch zal er binnenkort een moment komen dat ze weer volop in de publiciteit komt, als de fietsbrug over ‘haar’ Amsterdam-Rijnkanaal wordt geopend. “Ik denk niet dat het vaak gebeurt dat er een brug naar je wordt vernoemd. Ik vind het een eer dus ik wil wel graag bij die opening zijn.”

Stem voor 8 februari op jouw favoriete sportvrouw! 

Tekst: Pim van Esschoten
Foto’s: Ankie Hogewind | Erik van Leeuwen