De Nederlandse waterpolodames hebben de kwartfinale van het WK tegen Spanje niet weten te winnen. In Gwangju werd de Europees kampioen van 2018 met 12-8 verslagen. Periodestanden 6-1, 2-3, 2-1, 2-3. Door dit resultaat vervolgt Nederland het toernooi met de strijd om plek 5-8. Een kans op het bemachtigen van een ticket voor de Olympische zomerspelen in Tokio is verkeken.
Oranje kende een dramatische opening. Binnen no-time kwam de equipe van bondscoach Arno Havenga met 6-0 achter en kon het wedstrijdplan de prullenbak in. Havenga gebruikte snel een time-out om zijn ploeg wakker te schudden. Ook wisselde hij keepster Joanne Koenders voor UZSC keepster Sarah Buis. Daarmee kreeg Oranje meer controle in de verdediging. Aanvallend bleef het onsecuur. Vlak voor het einde van de eerste periode kon Nederland voor het eerst iets terug doen via Simone van de Kraats, 6-1.
De opdracht vanaf het tweede kwart was duidelijk. Punt voor punt terug knokken in het duel. Dat lukte deels. Via wederom van de Kraats en aanvoerster Dagmar Genee (UZSC) gaf het scorebord bij het wisselen van speelheft 8-3 aan. Dichterbij dan 8-5 kwam Oranje niet. Spanje liep zelfs weer verder uit naar 10-5 en uiteindelijk 12-8. Een echt spannende eindfase bleef achterwege.
De volgende kwalificatiekans voor een felbegeerd ticket voor de Olympische Spelen is op het EK dat in januari 2020 in Boedapest wordt gespeeld. De Europees kampioen mag naar de OS in Tokio. In het geval die al geplaatst is via dit WK, dan ligt er voor de nummer twee een ticket klaar. Met de andere continentale kampioenen van Oceanië, Amerika, Afrika en Azië plus gastland Japan zijn er tegen die tijd acht plaatsen van de tien vergeven. De laatste twee tickets zijn te verdienen op het Olympisch Kwalificatie Toernooi (OKT) dat in maart 2020 in Italië op de planning staat.
Bron: waterpolo.nl