Sportprijs 2024 - Sportprijs Utrecht

Sportprijs 2024

Verslag van de avond door Pim van Esschoten

Het was als altijd een avond vol winnaars, bloemen en applaus. Een podium voor het beste wat de Utrechtse sport heeft te bieden. No time for losers, zogezegd. Toch verraadde dat ene, ironische zinnetje van Duco Telgenkamp, veelscorende spits van Kampong en Oranje en zojuist uitgeroepen tot Sporter van het Jaar, dat er deze keer iets wrikte. Droogjes: ‘Iemand moet het doen.’

Het was een verwijzing naar de twee andere categorieën waarin Kampong naast de eer greep. Tim Oudenaller legde het af tegen favoriet Ron Jans, dat kon. Ronduit verrassend was wel dat Telgenkamp met zijn ploeg moest buigen voor de vrouwen van Orca. Kampong pakte in 2024 de landstitel, de beker, schopte het tot de finale van de European Hockey League en was hofleverancier van Oranje dat in Parijs olympisch goud won. Voor Orca was de winst in de Varsity, één race dus, genoeg om tot Sportploeg van het Jaar te worden gekroond.

Hoe vangt een koe een haas? ‘Door flink campagne te voeren,’ zeiden de stralende roeisters. Goed om te weten: de winnaars in de zeven categorieën worden bepaald door de jury (de helft) en online-stemmers (de andere helft). Dit jaar, zo werd tijdens de feestelijke avond in het Beatrix Theater bekend gemaakt, werd overigens een record geboekt met 15.000 online-stemmers.

Trijntje van der Pijl, Wia Ruiter, Lydia Knevel en Vera Versteegh (de laatste niet aanwezig) haalden ook nog eens de nodige glans van hun eigen prestatie weg. Want op de vraag van presentatrice Tessa Veldhuis of het viertal in april opnieuw zal toeslaan in de prestigieuze race, was het antwoord: ‘Weinig kans.’ Anders dan in 2024 zullen dit jaar immers wel olympiërs in concurrerende boten van de partij zijn. Het viertal van Orca heeft niet die A-status, inkomsten en bijbehorende begeleiding. Evengoed trainen ze tien keer wekelijks bij de club, naast hun studie. Over een leven als A-sporter, bijkans monomaan, is twijfel. Lydia Knevel (24): ‘Ik doe wat we nu doen ook al zes jaar. Je bent er gewoon heel veel tijd aan kwijt.’

Voor deze feestelijke avond, waarop Kyra Koopman (FC Utrecht) werd benoemd tot Sportalent van het Jaar, koos organisator SportUtrecht voor ‘inspiratie’ als thema. Vanwege de die inspirerende prestaties tijdens de Olympische Spelen waar TeamNL zo uitzonderlijk voor de dag kwam, maar zeker ook de inspiratie die is te vinden in de (álle) genomineerden voor de categorieën Sportvrijwilliger, -aanbieder en -compliment. Jaar in jaar uit laten die mensen zien wat de kurk is waarop de Utrechtse sport drijft. Loyaal, gedreven en, ja, inspirerend omdat ze dikwijls nieuwe wegen bewandelen.

Zoals het ‘verbindingsteam’ van hockeyclub UNO op sportpark Vechtzoom. Vier jaar geleden  besloot de club de wijk in te gaan om de kinderen van Overvecht, Zuilen en ook Tuinwijk naar de club te halen. Voorzitter Sabine Scheepstra: ‘Hockey is een sport met een associatie met rijke mensen. Hoe die kinderen dan toch te bereiken?’ Het lukte, met de inzet van dat verbindingsteam en financiële steun voor individuele leden. Het plan van destijds werd wel aangepast, omdat niet alle kinderen de stap naar een lidmaatschap maakten. Ze kunnen evengoed meedoen bij UNO. De rest is een kwestie van geduld en doorzetten. Scheepstra: ‘We willen de meest inclusieve, gemengde hockeyclub van Nederland zijn.’ Voor de Sportaanbieder van het Jaar doemt nu wel een nieuw probleem op. Ruimtegebrek. ‘We kunnen niet veel nieuwe leden meer aannemen.’

Kinderen kennis laten maken met sport. Bij Hellas doen ze dat al 25 jaar met schoolatletiek, de winnaar van het Sportcompliment 2024. Grondlegger en inspiratiebron daarvoor was Leo Witvliet, zelf geïnspireerd door Engels voorbeeld. Jaarlijks doen 1300 leerlingen uit het basisonderwijs mee. ‘Het is elk jaar weer een feestje,’ zei Bas Witvliet die het ‘werk’ van zijn vader voortzette. Nou ja, in feite is het een heel team van vaste vrijwilligers die dat doet. Mensen op hoge leeftijd, overigens. Tachtig-plussers zelfs, die hun inspiratie halen uit het plezier in sporten dat zij voor die kinderen mogelijk maken.

Wat hij terugkrijgt is ook voor Alwie Bos, Sportvrijwilliger van het Jaar, zo belangrijk. Géven aan zijn club Zwaluwen 1911 doet hij volop. ‘Minimaal drie dagen in de week ben ik op de club. Nooit op zondag, die dag is voor de familie.’ Dat gaat zo al vijftig jaar, de tijd waarin hij uitgroeide tot ‘supervrijwilliger’ of ‘onbetaalde verenigingsmanager’. ‘Hij wordt door álle takken binnen onze omni-vereniging omarmd,’ aldus bestuurders Frank Derwig en Michel Verlaak. ‘Er is niets dat hij niet weet. Met Alwie hebben we goud in handen.’

Voor Zwaluwen geldt hij nu als voorbeeld en inspiratie, zoals Bos datzelfde ooit voelde bij Loek Rabou die voorzitter was in een tijd dat ‘de’ vereniging nog stond voor verbinding, samen zijn en samen doen. ‘De club was belangrijk voor je ontwikkeling als mens, voor je netwerk. Het is nu anders, jonge mensen willen dat niet meer. Tegenwoordig zijn ze wel lid, maar meer als consument.’ Hij mist wel eens wat vroeger zo vanzelfsprekend was, maar twijfelt niet. ‘Het is mijn hobby, ik vind het leuk en help een vereniging. Mensen kennen me en ik voel waardering.’ En daarmee krijgt hij genoeg terug.

Dezelfde menselijkheid is ook terug te vinden in de top van de piramide van de georganiseerde sport, waar het er toch dikwijls hard aan toe gaat. En soms móet gaan. Jordy Zuidam, technisch directeur bij FC Utrecht, mocht Ron Jans na zijn verkiezing tot Sportcoach 2024 op het podium toespreken, somde de prestaties op sinds Jans in september 2023 aantrad, loofde hoe hij de cultuur en energie binnen FC Utrecht veranderde en sloot af met: ‘We hebben je als mens heel hoog zitten.’

De warme woorden van Zuydam waren de afsluiting van een fraaie akte, in feite het hoogtepunt van de avond met de coaches Jans en Oudenaller en ook Ronald Derks (UBall). De laatste opende met de vaststelling dat er tactisch en technisch vast betere coaches zijn, maar dat hij zijn (jonge) spelers wil laten geloven dat ze iets kunnen dat ze zelf niet voor mogelijk houden. Volgende moment van inspiratie: Tim Oudenaller die verhaalde over hoe zijn ploeg ‘de boel dichthield’ in de tweede finalewedstrijd tegen Rotterdam, met een man minder op het veld. Het bracht het beste in zijn ploeg naar boven, hij was er trots op – ook op de woorden van Sander de Wijn tijdens de rust in de kleedkamer. ‘Die waren raak. Ja, dat emotioneert me nog.’

De Wijn op zijn beurt over het waarom Oudenaller zo’n goede coach is: ‘Hij durft vrijheid te geven aan de groep. Veel coaches willen controle hebben, Tim liet het aan ons over.’

‘Wat Sander zegt,’ zei vervolgens Ron Jans, ‘daar geloof ik in. We hebben een waardeloze week achter de rug (verlies tegen Almere, uitschakeling in het bekertoernooi, red.) dat wil niet als coach zeggen hoe of wat. Ik wil iedereen betrekken en in hun waarde laten. Ik wil verbinden en inspireren.’

Bij de nabespreking van de wedstrijd tegen Almere, zo zei Jans bij de nazit, had hij ook aan zichzelf getwijfeld en dat met het team gedeeld. ‘Als ik me kwetsbaar opstel, word ik daar alleen maar sterker van.’ Toen hij het roer bij FC Utrecht in september 2023 had overgenomen had hij in gesprekjes met alle spelers (‘zoals je op school van die tien-minuten gesprekjes met ouders hebt’) gevoeld hoe ze niet gewaardeerd werden en duidelijkheid misten. Sleutelwoord toen: ‘Aandacht.’ En hij had aan elk van de spelers gevraagd: ‘Wat kan ik doen?’

Eerder, op het podium nog, was er alle ruimte voor hilariteit. Op de vraag of Jans zich al thuis voelde in Utrecht? ‘Nee. Ik woon in Soest.’ Hij voelt zich overigens alhier op z’n gemak. ‘We gingen naar het midden van het land verhuizen en dachten: egoïstische, arrogante mensen. Azijnzeikers. Helemaal niet. We hebben het zó naar onze zin.’ Hoewel. Tussen het applaus door hoorde hij ook boe-geroep. Toch? Nee, meneer Jans, zei Tessa Veldhuis, ze roepen Uuuuuuu!!!

‘Ik ben vereerd,’ zei Jans met de prijs in zijn handen. ‘Ik was al Groninger van het Jaar, ben ereburger van Zwolle en nu ook nog Sportcoach 2024 in Utrecht…’ Niet veel later haakte Duco Telgenkamp daar op in: ‘Ik was al Sportman van het Jaar in Den Haag, nu ook in Utrecht. En nu Zwolle en Groníngen nog.’

Bij verrassing werd hij op het podium toegesproken door zijn opa die in herinnering riep dat als zesjarig Haags jongetje voor de televisie zat en had gezegd ook naar de Olympische Spelen te gaan. In olympisch Parijs besliste hij de finale met de winnende shoot-out én was er dat akkefietje met Jean-Paul Danneberg. Telgenkamp reageerde op eerdere provocaties van de Duitse goalie met een tikkie op diens helm. ‘Ik had het op geen andere manier gewild,’ zegt Telgenkamp nu. ‘Ik heb er wel van geleerd. Wat? Dat ik anders met de spanning moet omgaan. Het hoort wel bij dat iconische moment. Er was in Parijs genoeg om over na te praten, anders wordt hockey zo saai.’

Ter geruststelling, Danneberg en Telgenkamp hebben hun ‘echte boter momentje’ al gehad. Tien jaar geleden zaten Frank Rijkaard en Rudi Völler aan tafel, 25 jaar na het spuugmoment tijdens de WK’90 in Italië. In de commercial (‘Met echte boter krijg je ze weer aan tafel’) maakten ze het weer goed. Zand erover. Telgenkamp: ‘We hebben ge’appt, kop koffie gedronken en allebei sorry gezegd.’

SportUtrecht-nieuw-LOGO-1